We vertrokken met enig voorbehoud en dik ingeduffeld - de fauna en flora zou er prachtig zijn werd ons gezegd, maar er werden ons temperaturen rond de 10 graden beloofd. Gelukkig bleken we dit keer (in tegenstelling tot de reis naar pucon) het geluk volledig aan onze kant te hebben; warm en zonnig weer en een prachtige reis die onze verwachtingen ruim oversteeg - gracias a dios!
We namen een vliegende start richting Buenos Aires, waar we door de ruim gerekende aansluitingstijden meteen een nachtje op de luchthaven mochten doorbrengen. Geweldig was dat, illegaal slapen op de zachte zeteltjes van een luxe-restaurant! De spanning steeg nog toen onze vlucht naar Ushuaia noodgedwongen moest tussenlanden in Rio Gallegos wegens te veel wolken en dus onlandbaar in Ushuaia. Gelukkig kwam alles nog op zijn pootjes terecht toen de wolken een uur later opgetrokken bleken en we verder mochten naar onze bestemming. Ideaal, want Rio Gallegos is één de weinige grotere steden in Patagonië die we niet zouden aandoen op onze trip want niet zo interessant, maar op deze manier kunnen we toch zeggen dat we er geweest zijn zonder er al te veel tijd verloren te hebben. Een meevaller!
Bewijsmateriaal Rio Gallegos |
Iets later dan verwacht kwamen we aan in Ushuaia, ideaal want zo was de meest zuidelijke en kouwelijke stad van Latijnse-Amerika (je kunt antarctica bezoeken vanaf daar) al lekker opgewarmd tegen dat we arriveerden. Topjesweer vlakbij de zuidpoolcirkel, wie had dat gedacht! En gelukkig waren we nog mooi op tijd om aan dek te springen op de boot waarmee we uitvaarden op het beaglekanaal, genoemd naar de beroemde boot waarmee Darwin hier bijna 300 jaar geleden op ontdekking kwam. In het spoor van Darwin bevaarden we de wateren rond Tierra del Fuego (of vuurland) met de bedoeling wondere dieren op het spoor te komen. Een missie waar we wonderwel in slaagden; we zagen achtereenvolgens zeewolven en -leeuwen, witte vogels die wat van pinguins weghebben maar het niet zijn en echte pinguins!
De valse vuurtoren 'Fin del mundo' |
Aangezien er iedere dag een aantal boten datzelfde toertje maken zijn de dieren al aardig gewoon aan mensen en konden we ze van heel dicht bekijken. De zeeleeuwen brulden, snoven en kronkelden over elkaar op weinig elegante wijze om ons te vermaken.
De pinguins van hun kant stonden met honderden onbeweeglijk op hun eiland, kriskras door elkaar maar zonder een vin te verroeren, met uitzondering van een enkeling die zich aan enkele waggelende stappen waagde. Vreemd zicht, het leek wel een imitatie van de beelden op het paaseiland. Er waren trouwens veel peuter-pinguintjes (iets meer dan een maand oud) te zien die wel wat actiever waren. Vreemd genoeg waren ze al even groot als hun ouders; blijkbaar sparen pinguinouderparen het eten hun mond om hun kinderen snel te doen groeien - van ouderliefde gesproken!! Onderweg werd ons de documentaire 'march of the pinguins' getoond over het harde leven van een pinguin, ontroerend!
Omdat het aan dek best frisjes was en er heel veel wind stond, zat het merendeel van de mensen binnen om als een kudde naar buiten te stormen met fototoestel in de hand op het moment dat een dier zich buiten presenteerde.
Wij hielden echter dapper stand (een woordje van bewondering voor Lien die de volle 6 uur de wacht hield in de kou) en posteerden ons stoer aan de boeg van het schip (hoewel, die stoerheid verdween toen ik een wanhopige strijd moest leveren om mijn zomerrokje niet prijs te geven aan de wapperende noordenwind).
Het zicht was dan ook meer dan de moeite waard: een groot kanaal met een karakteristieke vuurtoren en aan beide kanten een omgevende bergketen, de ene op Argentijnse en de andere op Chileense bodem.
Als beloning voor het lange wachten kregen de kijklustigen een schitterende zonsondergang te zien! |
Om weer op temperatuur te komen na de boottocht, trokken we ons terug in het heel gezellige hostal. Daar maakten we tot onze verbazing kennis met 3 andere Vlamingen! Twee Gentse meisjes samen op rondtrek en een Antwerpse jongedame die helemaal alleen Chili en Argentinië doorkruist. En zo ontmoetten we er nog veel: Patagonië is blijkbaar de ideale bestemming om alleen te reizen, in het bijzonder voor frêle jonge meisjes die zichzelf nooit alleen hadden zien reizen lijkt het wel. Bijna alle toeristen hier zijn Europeanen en bovendien bezoekt iedereen dezelfde dingen en kom je mekaar dus vaak opnieuw tegen, dat geeft wel veilig gevoel. We maakten ook kennis met een oude Deense dame die al zoveel heeft gereisd in haar leven dat ze niets van wat ze ziet nog de moeite vindt omdat ze het ooit ergens anders nog spectaculairder heeft gezien. Niet echt opwekkend als je vindt net de ervaring van je leven te hebben gehad!
De volgende dag leidde ons naar het nationaal park van Tierra del Fuego (vuurland). Echt een vurige indruk maakte het niet (de naam zou komen van meneer Magellaan die vuren van de indianen zag branden op het eiland), maar mooi was het zeker wel. Meren, bergen met sneeuw, groenen bossen, gele vlaktes en dat allemaal vlak bij elkaar!
Wandelend in de bossen voelden we wel aan dat dit het einde van de wereld is, zo onnatuurlijk stil was het daar dat het wel het voorgeborgte leek! Een interessant weetje is dat er op heel het eiland geen amfibieën en reptielen voorkomen, wat best vreemd is. Een verklaring is dat het hele gebied tot voor kort (amper enkele tienduizenden jaren) nog bedekt werd door een gletsjer van een kilometer hoog en dat alle fona en flaura dus nog jong is. Toch enkele dieren die we zagen: een vogel die door mij als Argentijnse kip werd bestempeld (die domme blik!) en door Isabelle als een soort Condor (want die werden ons beloofd in de reisbrochure) -we zijn er nog niet uit- en enkele grijze vossen die zich graag aan het publiek toonden.
Na de ongerepte vrijheid van het park ging het richting plaatselijk gevangenismuseum. Het verhaal: toen Argentinië plots in het bezit kwam van een stuk vuurland, wilden ze er een stad stichten, Ushaia. Omdat de omstandigheden aan het einde van de wereld niet echt uitnodigend zijn (in de winter bitter koud, tot een meter sneeuw en slechts 5 uur licht per dag) vonden ze geen andere oplossing dan enkele gevangenissen te bouwen om hun stad te bevolken. Iedere gevangene in het land die recidiveerde werd naar Ushuaia gestuurd. Een effectieve straf: de gevangenen moesten bij aankomst hun eigen gevangenis nog helpen bouwen, wie weg wilde vluchten bevroor of verdronk. De gevangenen verouderden er aan sneltempo, we zagen een foto van een man van 35 die er 70 uitzag. Straffe verhalen genoeg verbonden aan de gevangenis: de jonge Russische anarchist die te jong was voor de doodstraf en dan maar naar Ushuaia werd gestuurd. Hij bereidde een perfecte ontsnappingspoging voor, maar eenmaal buiten miste hij zijn vrienden in de gevangenis en liet zich terug oppakken. Of de domme gevangene Pipo die wilde ontsnappen via de rivier en verdronk, waarna die rivier de 'rio pipo' werd genoemd om andere waaghalzen af te schrikken. Of de jongen die als gevolg van een heel gewelddadige opvoeding en mentale achterstand door sifilys die hij bij de geboorte opliep een kindermoordenaar werd. Of de onverbeterlijke boef die had gezworen nooit voet aan land te zetten in Ushuaia en zijn belofte hield door na zijn veroordeling van het schip te springen met de loden bol nog aan zijn been en ze zonk en verdronk. Of de crimineel en fraudeur die zich na jaren opsluiting bekeerde en speelgoedfabrikant werd. Een beklemmend bezoek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten