Na een nachtje heerlijk slapen trokken we erop uit om een stadswandeling te maken. De collectivo (een taxi die zoals een bus steeds eenzelfde parcourtje aflegt) bracht ons tot aan de 'Plaza Sotomayor', het centrale plein aan de haven. We keken er onze ogen uit naar de grote boten die voor onze neus aangemeerd lagen en genoten van de mengeling van oude huizen met moderne gebouwen.
We merkten echter al snel dat we niet de enigen waren die een stadswandeling zouden beginnen. Er startte nog een geleid bezoek en hoewel we geen deel uitmaakten van de groep konden we door op de juiste plaats een specifieke foto te nemen, meeluisteren wat de gids te vertellen had. Zo ontdekten we waar we moesten aankloppen om artesanale koekjes te proeven en leerden we meer bij over de geschiedenis van enkele oud-koloniale gebouwen.
Valparaiso is eigenlijk gebouwd in een soort amfitheater. Rondom rond zie je dan ook huisjes in allerlei kleuren de berg oplopen. Bovendien zijn er overal liften geïnstalleerd om de soms steile hellingen te beklimmen. We kochten een kaartje voor de ascensor 'El Peral' en werden in een klein karretje aan een metalen kabel naar boven gesleurd. Het was de eerste van de vele liften die we die dag gingen tegenkomen.
De wandeling leidde ons via vele kleine straatjes van uitzichtspunt naar uitzichtpunt.
Tijdens onze tocht werden we plots verrast door enkele Vlaamse klanken. Geheel toevallig hadden onze collega's uit Santiago net hetzelfde weekendje gepland. Een fijne verrassing en de ideale gelegenheid om ons beste Vlaams weer eens boven te halen.
Daarna gingen we op weg naar La Sebastiana, één van de huizen van Pablo Neruda, de bekende Chileense dichter. Een interessant figuur moet hij geweest zijn, niet alleen was hij dichter (waarvoor hij de nobelprijs literatuur kreeg), hij was ook actief in de communistische partij, woonde een tijdje als Chileens consul in Madrid en Parijs en hielp zijn goede vriend Salvador Allende tot president verkiezen - tot die enkele jaren later onder Pinochet werd vermoord. Het lichaam van Neruda werd trouwens enkele weken geleden opgegraven om zijn doodsoorzaak nader te onderzoeken: officieel stierf hij aan prostaatkanker, maar misschien heeft Pinochet daar toch ergens een rol in gespeeld...?
Het huis was erg de moeite, volgestouwd met spulletjes van over de hele wereld. Het is niet zijn meest bekende huis, dat staat in Santiago, maar wel zijn meest geliefde.
Achteraf wandelden we nog wat rond in het openluchtmuseum van Valparaiso; een wijk waar Chileense kunstenaars aan het werk gingen en een 20-tal muren beschilderden. Het probleem was echter dat er in de hele stad al veel en vaak heel mooie graffiti te zien was, waardoor het soms moeilijk was te ontdekken wat nu een kunstwerk was en wat niet. Helaas zijn veel van de echte schilderijen overklad met nieuwe graffiti, jammer! Desalniettemin waren er enkele pareltjes te zien.
's Avonds gingen we op zoek naar een restaurantje om te eten. Helemaal op ons gemak voelden we ons toch niet, gewaarschuwd als we waren. De ober van het restaurant stelde ons echter volledig op ons gemak en nodigde ons uit om na het eten nog samen weg te gaan. Enkel jammer dat hij nog enkele uren moest werken voor zijn shift erop zat...
De volgende dag brachten we nog een bezoekje aan de havenbuurt. We hadden opnieuw een zeer mooi uitzicht en lieten ons voor de eerste keer volledig gaan tijdens een souvenirjacht.
De meeste Chilenen vinden Valparaiso maar niets: oud en vuil. Zij houden veel meer van de luxueuze moderne badstad Viña del Mar vlakbij. Om te oordelen moesten we natuurlijk ook Viña del Mar bezoeken, dus dat deden we! De afstand tussen de 2 steden is maar een kleine 15 km, maar toch slaagden we er in om er een lange en spannende tocht van te maken. We wouden graag de metro eens proberen, maar aangezien de kaartjes voor een enkel ritje veel te duur waren, besloten we toch maar de bus te nemen. We sprongen op de bus en vroegen een kaartje naar Viña del Mar. We vleiden ons neer in de zeteltjes en zagen hoe we Valparaiso uitreden, Viña del Mar binnenreden ... en weer uitreden. We bleven rustig zitten omdat we dachten dat hij tot in de busterminal ging gaan. De bus bleef echter maar rijden en toen hij weeral hoog in de heuvels zat, vonden we dat het toch welletjes was en we misschien eens moesten informeren of hij wel naar de busterminal ging. Niet dus, we waren beland in een gigantische rommelmarkt op 15 minuten van Viña... Er zat niets anders op dan uit te stappen en een nieuwe bus te zoeken die in de omgekeerde richting reed (ondertussen hadden we al meer geld verdaan dan dat het metroticketje ging gekost hebben). De bus nam echter niet echt dezelfde weg terug en bang om opeens weer in Valparaïso uit te komen sprongen we er nu iets te vroeg uit. Wandelen geblazen dus. Niet zo erg, want volgens het plannetje (niet van Googlemaps dit keer) lag de hoogste concentratie aan straten niet zover bij ons vandaan. Eenmaal daar naar toe geklommen merkten we echter dat we in een doodgewone woonwijk stonden en niet direct aan het strand. Een Chileense vrouw toonde echter nog eens de typische gastvrijheid door ons uit te nodigen in haar huis waar we iets te drinken aangeboden kregen en we het toilet mochten gebruiken. (oef!) We moesten echter op onze stappen terugkeren om het meer toeristische deel van Viña del Mar te ontdekken. Waar we dan uiteindelijk wel in slaagden en direct beloond werden met het bekendste bezienswaardigheid van Viña del Mar:
We wandelden langs de kust en zagen onder andere een prachtig strand, marineboten en pelikanen, maar moesten toch besluiten dat Valparaïso veel authentieker is. Waar het door de Chilenen gezien wordt als een stad op weg naar de toeristische strandstad Viña del mar, verdient het volgens ons zeker zijn plaatsje op de werelderfgoedlijst van UNESCO.